Aan de partij die in een lidstaat de erkenning, uitvoerbaarverklaring of tenuitvoerlegging van een in een andere lidstaat gegeven beslissing vraagt, kan geen zekerheid, borg of pand, onder welke benaming ook, worden gevraagd op grond van het feit dat hij een buitenlandse onderdaan is of zijn woon- of verblijfplaats niet in de lidstaat van tenuitvoerlegging heeft.